Kistorgel
Ontwerp
Bij het ontwerpen van kistorgels richt ik mij vaak op de bouwwijze van historische, ambachtelijke orgelmakers. Zij hebben vele waardevolle instrumenten gebouwd die na eeuwen nog een hoge kwaliteit bezitten. Het gaat om meerdere huisorgels van orgelmakers als A. Meere, H. H. Hess, J. S. Strumphler, D. Onderhorst, J. J. Vool en H. A. Meyer.
Bij de bouw van kistorgels neem ik de mechanische windvoorziening als uitgangspunt. Namelijk orgelwind die door voet- of handkracht gedoseerd wordt opgewekt. Dat geeft een mooi klankresultaat, een ontspannen klank door de soepele aanspraak van de pijpen. Gemotoriseerde windvoorziening veroorzaakt daarentegen nogal wat turbulenties in de pijpen, waardoor deze geforceerder klinken.
Beschrijving
Het kistorgel leent zich door de geringe afmetingen prima als begeleidingsinstrument bij kamermuziek, cantates, passies, etc. Het instrument kenmerkt zich door een heldere en stevige toon. De kas van Europees eikenhout is voorzien van panelen met gevlochten hout. Door de vele openingen kan het geluid goed zijn weg vinden in de ruimte.
De windvoorziening bestaat uit een spaanbalg en een onderliggende schepbalg. De organist kan de trede van de windvoorziening met zijn rechtervoet in beweging brengen.
Winddruk ~ 55 mm waterkolom
Toonhoogte a = 440 Hz
Halve toon lager a = 415 Hz
Stemming naar voorkeur.
Dispositie
Het orgel heeft één manuaal (omvang C-f ''') met de volgende registers:
Holpijp 8’ b/d
Fluit 4’ b/d
Quint 3’ d
Octaaf 2 b/d
Verder
Het kistorgel is prima te hanteren en te vervoeren.
Een windmotor is leverbaar met een meerprijs.